Kasteel Almere, betonkolos
maar met zo’n hele tere
voorafschaduwing van daken,
dat lichtmetalen buizenwerk
De lucht erboven lijkt daadwerkelijk op iets als zwerk
En door de kloeke toren met de houten spanten
betoont het zich de ware, seculiere kerk,
gebouwd om goddeloze leegte te bezweren
– ik sta hier en ik weet van wanten –
om zwetsers in de ruimte te bekeren
Kasteel Almere, het staat daar zo verdedigend op wacht,
het laat zich door geen mens of dier onteren
Al is er dan een brug over de slotgracht,
er is er geen die deze transparante, efemere
burcht kan minimaliseren, de hoge hekken
staan er dag en nacht om u en mij
en ieder ander, muis of mens, te weren
Je zou de ruïneuze muren bestuderen
maar het is haast onmogelijk om er te komen
Laat staan dat je de wording kunt ontginnen of fileren
Het staat daar voor je ogen weg te teren
Misschien is het bedoeld om te verweren
en is het slechts gebouwd voor diepe zuchten,
een treurzang onder zware, grijze luchten
en regent het er tranen om die nooit geziene ridderspelen,
zwerft er de tekst van nooit gezongen liederen,
hardop vragend om hem te noteren
Kasteel Almere, zwanger van het vocht
dat dient om de betonnen platen met
behoud van waardigheid te impregneren,
de ratio van de natuur
de roep om imitatio en aemuleren
om zelf – niet zo benauwd – een vesting te creëren
Te dwars, te leegstaand, om te kraken,
een heerser over ruimtelijke ordening
en toch, een reus die blijkbaar nimmer zal ontwaken
Want is de kracht van het gevaarte te gering?
Zal het zich door verval laten kleineren?
Het is met rollen prikkeldraad omringd
die ongewild het bouwsel zélf bezeren
Maar als de lucht erboven blauw is
en de zon schijnt, lijkt het bijna zilver
Dan steelt het doelbewust een schilfer van mijn hart
en met de kale roep van vogels in de stilte
die het omgeeft, verdwijnt het, voor mijn part:
Fata morgana`s zíjn niet te beheren
Kasteel Almere, narren grappen dat het
nooit is klaargekomen, maar ik durf op
mijn eigen tekst te zweren: Het is af, het is
een monument voor luchtkastelen, dromen,
als zodanig onvergankelijk, het zal ons leren
Het staat voor eeuwen, wát ze ook beweren,
ons heilig moeten te dwarsbomen, op voorhand al
ons zwoegen te bagatelliseren
Het gaat er spoken, ooit, bij kasteel Almere
als op te graven goed, ideeëngoed, is opgedoken
Voor dichters, oud, ervaren of beginneling vangt dan
het dichten van de gaten aan, het sluiten van
de bressen in de muren van herinnering
Wie denkt dat hij de bouw van echte droom-
kastelen kan frustreren, komt nog te pas, wanneer
de droom over de daad zal triomferen
en minstrelen met hun fantastische verhalen
met monopoliegeld de rekening betalen
omdat op taal een bastion is te funderen
en met metaal dat op een goudschaal is gewogen te stofferen
Een woordenschat, imaginaire weelde
kan zelfs een nepkasteel als glorierijk verbeelden