Hondsdag

Het wordt maar geen lente
Al dansen de honden rond de vijver
en is er iets onduidelijks in voorjaar uitgebarsten
Het leven breekt onwillig uit de grond
‘Mama, help!’, roept een kind
De zomer bouwt een tentenkamp
Distels worden oud geboren

Een man bukt zich en roept: ’Zoek!’
Een hond vindt een tak
‘Apport, apport!’, klinkt het bevel
De hemel grijpt naar koperdorre beuk
Zwaarblauw tekent ze een zijpad
waar dood hout kraakt en hoefblad zon imiteert
Een leeuwenberger houdt zich voor een lam
Verroeste stammen, ijzervreters,
trekken op naar het struweel
als eindelijk de eerste vos
neerstrijkt op een minuscule bloem