Zomer in aantocht

Het is zo’n dag waarop de vogels zingen
Ik sta gedachteloos, omgeven door geluid
Een zachte bries ontneemt me mijn herinneringen
De zon voelt warm, ik ben alleen maar huid

Wolken zijn in stilte afgedreven
Het bospad wijst de weg naar een gedicht
De zinnen zijn me op het lijf geschreven,
een lied van koele schaduwen en licht

Alles komt er tegemoet aan het verlangen,
ik ben de nieuwe heerser van het lommerrijk
De zomer komt, loomheid heeft me al bevangen
Ik ben een boom, een blad, een zon, gelijk